Niets is vanzelfsprekend

Het kinderbrein is verrassend!

Kinderen kunnen zo grappig uit de hoek komen met gedrag dat jij als volwassene niet verwacht. Of ze trekken scheve conclusies van oorzaken en gevolgen die niet bij elkaar horen. Door jouw ondersteuning en door aan te geven wat wel juist is, leren kinderen van hun grappige fouten. Deze manier van aanleren is gericht op trial and error. Probeer het en zie of het werkt.

De verbindingen in je hersenen worden gesterkt door deze manier van leren. Doordat een route gebruikt wordt, wordt de myelinelaag dikker en daardoor de verbinding beter. Daardoor wordt je steeds beter in wat je aanleert en vaak herhaald. Wat belangrijk is om te weten is dat het startpunt van deze manier van aanleren is dat de potentie van alle verbindingen wél al aanwezig is, en dat deze verbonden zijn met het eindpunt.

De route

Hoe zit dat dan? En hoe is het dan als je die verbindingen niet hebt?

Je kan het zien als een route die van punt A naar punt B loopt. Wanneer je start bij punt A zijn er meerdere wegen. Welke uiteindelijk uitkomen bij B, dat is nog onbekend.

Door steeds een weg uit te proberen kom je er achter welke route wel uitkomt bij punt B en welke niet.

Als de routes vaker worden gebruikt, wordt ook duidelijk welke weg uiteindelijk de snelste is. In dit geval rood. Dat is dan de voorkeursroute. Wanneer de mogelijkheden allemaal bekend zijn, zal de rode route het meest worden gebruikt. Daarmee wordt die route sterker.

Als de route A-B staat voor de vaardigheid lopen, dan zal in het begin het niet altijd lukken om te blijven staan. Daarna zal door oefening en herhaling het lopen beter worden totdat het lopen ook langzaam en snel kan. Uiteindelijk wordt de vaardigheid uitstekend beheerst.

Wanneer je geen hersenbalk hebt zijn sommige verbindingen er helemaal niet. Daardoor kan het dus niet zo zijn dat “perongeluk” een verbinding wordt genomen.

Het doel is onbekend en komt pas in beeld wanneer een verbinding gemaakt is. Deze verbinding moet wel eerst zelf worden aangeleerd.

Voordat de weg er naartoe lag, was het dus helemaal niet logisch dat A aan B gekoppeld kon worden!

Daarnaast is de (enige) verbinding ook niet altijd de meest snelle en effectieve verbinding. Ik ben van mening dat o.a. hierdoor verklaard kan worden waarom de verwerkingssnelheid van iemand met ACC vaak lager ligt. Er moet vaak een langere weg worden afgelegd! De verbinding kan door veelvuldig gebruik wél gemyeliniseerd worden, waardoor deze sneller en beter wordt dan in het begin.

Een voorbeeld

Niets is dus vanzelfsprekend. Om je mee te nemen in de denkwijze van mijn kind met ACC laat ik je een kleurplaat zien die op 2 manieren is ingekleurd.

De hele kleutertijd door heeft mijn zoon de kleurplaten gekleurd als het tweede voorbeeld. Het eerste voorbeeld geeft weer wat mijn verwachting was.

Wat gebeurd er?

Wanneer deze kleurplaat voor hem wordt neergelegd is het duidelijk wie dat is; Thomas natuurlijk. En ook weet hij dat Thomas blauw is. Echter, wat de spelregels zijn van een kleurplaat, dat is niet duidelijk. Niemand heeft verteld dat deze kleurplaat van de trein uit meerdere vakjes bestaat, die je 1 voor 1 kan inkleuren. En dat zo’n vakje ook een andere kleur mag hebben dan “in het echt”. En dat de lijntjes de kaders zijn waarbinnen je de kleur aanbrengt. Het is daarnaast niet te overzien dat het eindresultaat een gekleurde versie van de kleurplaat is. Hoezo?

Al deze automatische gedachtenvragen die voor de gemiddelde kleuter allang beantwoord zijn, zijn bij mijn zoontje nog niet eens allemaal intern gesteld, laat staan beantwoord. Daarnaast spelen ook andere dingen mee; hoe goed is de fijne motoriek en hoe duidelijk is het uiteindelijke doel (dat de kleurplaat van zwart wit naar ingekleurd gaat)? Niets is vanzelfsprekend…

De uitwerking

Als de wereld op sommige punten niet zo duidelijk is, loop je vanzelf tegen heel veel dingen aan. Dingen welke jij niet begrijpt maar wat voor een ander onbegrijpelijk is dát je ze niet begrijpt. Begrijp je? Dit zorgt bij mijn zoontje voor onzichtbare blokkades. Hij heeft angsten voor zaken die wij als normaal beschouwen en daardoor niet inzien dat je er bang voor kan zijn. Hij kan slecht tegen verandering omdat hij vaak nét de situatie overziet en begrijpt, en als deze dan ineens anders wordt is het begrip weer kwijt. Hij heeft een hoge controlebehoefte omdat buiten zijn comfortzone de dingen onbegrijpelijk zijn en daarom beangstigend. Veilige kaders zijn zo belangrijk, want in een staat van angst en onbegrip is normaal functioneren (sociaal gewenst gedrag vertonen), en laat staan iets aanleren, onmogelijk.

Lekker binnen de comfortzone blijven is de boodschap dus. Maar hoe leer je dan nieuwe vaardigheden als je niet zelf op zoek gaat naar de trial en de error?

Mijn zoontje is een observator. Het heeft er vooral mee te maken dat hij eerst alles tot in de detail bestudeerd. Elk stapje die door een ander gezet wordt bijvoorbeeld. Elke beweging, elke trial en error, alles wordt heus gezien. Met 18 maanden ging hij dan uiteindelijk ook zelf lopen. Hij liet de tafel los en ging op pad. Vanaf dat beginpunt is hij ook niet meer gevallen. En zo doet hij het eigenlijk met alle vaardigheden. Voor mij een bevestiging dat hij een tijd nodig heeft om het in zijn hoofd op een rijtje te krijgen. Hij ziet een proces, denkt het uit in zijn hoofd en laat een prima gekopieerde uitvoering zien. Dit kopieergedrag is voor hem dus zijn belangrijkste leermethode. Het moment waarop het proces wordt gestart is als voor hem het moment daar is om het te leren en dat is niet altijd rond de gemiddelde leeftijd. Het zorgt ervoor dat hij soms wat later is dan zijn leeftijdsgenootjes. Aan de andere kant zorgen zij er wel weer voor dat er genoeg processen worden aangeboden om te kopiëren!

Door de lange periode van observeren lijkt het soms alsof er geen vooruitgang geboekt wordt. Omdat we niet zien wat er in zijn koppie gebeurd is de ontwikkeling niet altijd te volgen. Maar ineens… kan hij het! Ik zie zijn leerproces dan ook niet als 1 – 2 – 3 – 4 – 5 maar als 1 – 1 – 1 – 4 – 5. Steeds als ik denk: gaat het lukken? Kom je nog wel mee? Dan blijkt dat hij er uiteindelijk wél komt. Op zijn manier. Alsof ineens het kwartje gevallen is.

Leuke quote: in september lopen we door de supermarkt. Hij is inmiddels 6 jaar geworden en net in groep 3 gestart met leren lezen. Het sinterklaasfeest is hem al wel wat jaren bekend (maar ook nog zo ingewikkeld). Ineens ziet hij de chocoladeletters in het schap staan: “Hé mam”, zegt hij met een blij verrast gezicht, “ze verkopen de chocoladeletters ook gewoon in de winkel! Dan hoeven we niet te wachten tot sinterklaas en dat ze in de schoen komen!” Gevolgd door een superblije: “En ze hebben zelfs mijn eigen letter!”. Hij heeft ze heus wel eerder zien staan. Maar deze gedachte was spiksplinternieuw 🙂 Kling! Daar viel weer een kwartje. Trots als ik was heb ik natuurlijk zijn letter voor hem meegenomen.

Niet alleen bij mijn zoon moet het kwartje vallen, ik heb soms ook echt oja-momenten. Dat het bijvoorbeeld best ingewikkeld is om een verlanglijstje te maken als je niet weet wat een lijstje is bijvoorbeeld. Oja, even de vanzelfsprekende dingen uitleggen 🙂

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.