Richtlijnen

Voor de juf, meester, begeleider, ouders van vriendjes van mijn zoon.

Als je deze blog bereikt hebt via mijzelf dan is dat omdat ik in het kort wat tips en tricks wil geven voor de omgang met mijn zoon.

Hoewel er meerdere kinderen zijn met eenzelfde beperking geldt dit stukje alleen voor hem. Hij is meer dan alleen een kind met ACC. Ook zijn karakter en opvoeding maken hem tot wie hij is.

First things first

Zet jezelf eens in zijn schoenen; hij ziet de wereld alleen vanuit zichzelf en zoals hem dat is aangeleerd. De context van het leven is hem dus onduidelijk. Dingen worden al gauw complex en daardoor onbegrijpelijk. Vanuit zijn oogpunt bekeken is heel veel gedrag verklaarbaar. Dat wetende maakt dat je beter rekening met hem kan houden en daardoor wordt de omgang met hem makkelijker en fijner. Ook voor hem trouwens.

Een aantal belangrijke feiten:

  • Sociale events zijn onbegrijpelijk. Hij begrijpt er niets van als je vanuit jezelf praat, of argumenten aandraagt die van toepassing zijn op een ander. Probeer om te denken: wat is het gevolg voor hém?
  • Dingen moeten gaan zoals het hoort, ontstaan vanuit zijn wens naar controle. Alles wat hij niet onder controle heeft is voor hem onduidelijk en dat wilt hij voorkomen.
  • Een blokkade, welke vaak een onzichtbare rede heeft, is een uiting van angst en onbegrip. Eigenlijk zegt hij: help me, ik begrijp het niet. Ook concentratieverlies is een verpakte roep om hulp.
  • Het forceren en negeren van een blokkade is een no go. Het zorgt voor nog meer angst en onbegrip. Maak de omgeving veilig en ga op zoek naar de oorzaak.
  • Hij leert vooral door 1 op 1 begeleiding. Maak kleine stapjes. Houdt het overzichtelijk en op volgorde. Van 1 naar 10 via 1.1, 1.2, 1.3 enz. Sla geen belangrijke details over.
  • If you can draw it, he knows it. Vertel het op zo’n manier dat je er letterlijk een tekening van zou kunnen maken.
  • Ga er nooit vanuit dat hij iets “moet weten”, of dat hij “dat wel snapt”, of dat hij “maar moet leren dat”… niets is vanzelfsprekend voor hem.

Wanneer zijn gedrag niet strookt met de verwachting is dit altijd vanwege onbegrip. En onbegrip is angst. Wees jezelf ervan bewust dat angst een nare beleving is waarin je niet wil verkeren. Wanneer dit bij hem gebeurd zal hij dus een primaire reactie vertonen. De tip is: kijk naar de oorzaak van het gedrag. Het gedrag is een gevolg van een verklaarbaar iets. Kan je de oorzaak uitleggen? Kan hij je verhaal reproduceren? Zijn er daarna duidelijke afspraken gemaakt om herhaling te verkomen?

Praktijkvoorbeeld

In z’n schrijfschrift werd gekliederd. Het bovenste deel van de bladzijde bestond uit een oefengedeelte met voorbeeldletters, in het midden werd dat onderbroken door 2 tekeningetjes en onderdaan was nog een ruimte om te oefenen. Liam had de oefeningen met schrijfpotlood gemaakt maar met kleurpotlood had hij zowel de tekeningen ingekleurd als het bovenste oefengedeelte doorkrast. Als er nog tijd over was mochten de kinderen de tekeningetjes inkleuren en de voorbeeldletter met kleurpotlood versieren.

Met het schrift ben ik bij hem gaan zitten. Aan zijn lichaamstaal kon ik aflezen dat hij al eerder geconfronteerd was met dit schrift. Hij werd afstandelijk en ging in de negeer-stand. Ik ben naast hem gaan zitten en heb samen met hem naar het schrift gekeken. Eerst hoe goed hij het al deed. Ik vroeg of hij het leuk vond om te doen. Hij begon te glimmen, wat voor mij duidelijk maakt dat dat zo is. En daarna vroeg ik aan hem of hij mocht kleuren als de opdracht af was en dat bevestigde hij. Ik vroeg hem ook wat hij dan gekleurd had en zijn antwoord was verhelderend: hij had de tekeningen ingekleurd, de letter overgetrokken, meer van die letters gemaakt met het kleurpotlood en daarna nog wat extra krulletjes gemaakt. Deze kwamen door de bovenste oefening heen maar dat dat niet de bedoeling is, dat was hem niet duidelijk. Hij ziet niet in dat het dan onmogelijk wordt voor de juf om te zien wat hij met het schrijfpotlood heeft gedaan. De kaders ontbraken. Ik heb hem voorgelegd dat als hij zo’n mooie tekening maakt dat het dan wel lastig te zien is wat hij daar met schrijfpotlood gedaan had. Ik vroeg hem of de juf het dan nog wel kon nakijken? Hij gaf antwoord dat dat niet kon. Ik vroeg hem terug of het dan de bedoeling is dat het kleurpotlood door het stuk van het schrijfpotlood zou komen? Opnieuw beantwoordde hij de vraag met Nee.

Ik heb met hem opnieuw besproken wat de opdracht is. Letters schrijven, als je klaar bent de tekeningen inkleuren. Samen hebben we de kaders (opnieuw) duidelijk gemaakt; met schrijfpotlood schrijf je de letters, met kleurpotlood kleur je de tekeningen. Bij het oefengedeelte mag niet worden gekleurd.

Vanaf dat punt heeft hij niet meer gekliederd. Wat trouwens voor hem geen kliederen was. Hij wist niet tot hoever de versiering van de letter mocht gaan. Die vrijheid; dat je de letter mag versieren; geeft hem onduidelijk veel ruimte. Hij was eerder aangesproken op het kliederen maar begreep niet wat het was en waarom de juf boos op hem was.

Duidelijke opdrachten, afgebakende kaders en positieve hulp helpen hem altijd het meest efficiënt. Ga in zijn schoenen staan en zie wat er mist. Hem aansturen kost (veel) energie, maar het is rechtlijnig en zeker de moeite waard!